
BERLIJN – Olaf Scholz wil echt geen gevechtstanks naar Oekraïne sturen. Dat is de essentie van het Duitse beleid inzake wapenexport, als je de slappe excuses eenmaal terugsnoeit. Een van de meest recente was dat Berlijn erop stond dat het zijn Leopard 2-tanks alleen zou sturen, of de export ervan door Europese partners zoals Polen zou goedkeuren, als de VS eigen tanks zouden sturen.
Een nieuw excuus viel eerder vandaag (20 januari) op de top van de bondgenoten van Kiev op de Amerikaanse luchtmachtbasis in Ramstein, in het westen van Duitsland. Boris Pistorius, de nieuwe minister van Defensie van Scholz, vertelde verslaggevers dat er nog geen beslissing was genomen over het sturen van de luipaarden, maar dat de regering zou beginnen met het catalogiseren van haar voorraden. Hoe verleidelijk het ook is om meegesleept te worden in het raadsel waarom het de Duitse regering 11 maanden van volledige oorlog in Europa kostte om deze oefening te beginnen, de simpele realiteit is dat Berlijn bewust en opzettelijk aan het vertragen is.
Toen Christine Lambrecht deze week aftrad als minister van Defensie slaakte men in veel Europese hoofdsteden (en Washington) een zucht van verlichting. Ze was duidelijk niet in staat – of zelfs maar bijzonder toegewijd aan – de rol, ze was een schande geworden. Nog zoals ik deze week in mijn New Statesman-column schreef, om het gesleep van Berlijn over de wapenexport naar Kiev louter toe te schrijven aan één slechte benoeming in het kabinet, zou altijd tot teleurstelling leiden. De Duitse terughoudendheid om Oekraïne te helpen verdere vorderingen te maken bij het terugwinnen van zijn grondgebied op Rusland, ging altijd over meer dan dat.
Scholz is niet dom. Pistorius ook niet. Lambrecht trouwens ook niet. De Duitse bondskanselier is oprecht van mening dat steun aan Oekraïne boven het strikte diplomatieke minimum een gevaarlijke provocatie voor Rusland zou zijn. De mensen om hem heen maken zich minder zorgen over hoe Oekraïne de aanval van Vladimir Poetin kan verslaan dan over hoe de betrekkingen met Moskou na vredesbesprekingen kunnen worden hersteld en gestabiliseerd. Dergelijke instincten zijn diep geworteld. Ze putten uit alles uit de diepe, romantische Duitse affiniteit met Rusland op een verkeerd herinnerd verslag van de Ostpolitik, of het oosterse beleid, van kanselier Willy Brandt in de jaren zeventig (dat in feite diplomatieke détente jegens het Sovjetblok combineerde met een ijzersterke inzet voor de defensiecapaciteiten van West-Duitsland). Een diepe Duitse angst voor kernwapens, eveneens geworteld in het verleden van de Koude Oorlog van het land, achtervolgt ook de kanselarij. (Let op voor meer informatie over dit onderwerp De nieuwe staatsman interview met een van de hoogste defensiefunctionarissen van Oekraïne, Oleksiy Danilov, de secretaris van de nationale veiligheids- en defensieraad, dat volgende week zal worden gepubliceerd. Danilov bespreekt onder meer de wortels van de Duitse angst voor Rusland.)
Toch is de aanpak van Duitsland op meerdere fronten misplaatst. Ten eerste wordt de mogelijkheid – ja waarschijnlijkheid – volledig over het hoofd gezien dat het inperken van de opmars van Oekraïne zijn eigen gevaren met zich mee kan brengen, dat ook westerse ‘terughoudendheid’ tot escalatie kan leiden, dat een aangemoedigde Poetin waarschijnlijk nog roekelozer zou blijken te zijn dan een nederige Poetin.
Zelfs op basis van Berlijns enge definitie van zijn eigen belangen is het een doodlopende weg. De rest van Europa begint om Duitsland heen te sturen. Dat heeft de Poolse premier Mateusz Morawiecki woensdagavond gezegd in een radio-interview dat hij de tanks zonder Duitse toestemming kon sturen. “Toestemming is hier van secundair belang, ofwel krijgen we die toestemming snel, ofwel doen we zelf wat nodig is.” Sympathie voor dit standpunt bestaat in een groot deel van Oost- en Noord-Europa en zal zeker groeien als, zoals nu waarschijnlijk lijkt, de regering van Scholz blijft aarzelen. Maar het patroon – het omzeilen van een Duitsland dat simpelweg geen gelijke tred lijkt te kunnen houden met de gebeurtenissen – is breder. Op 19 januari ondertekenden Emmanuel Macron, de Franse president, en Pedro Sánchez, de Spaanse premier, een belangrijk verdrag in Barcelona, een duidelijk teken dat Parijs zijn geduld aan het verliezen is met zijn relatief vruchteloze alliantie met Berlijn en er omheen probeert te werken.
Inhoud van onze partners
Deze realiteit is hier in de Duitse hoofdstad nog niet doorgedrongen, waar het idee dat de rest van Europa misschien sneller moet gaan dan de logge Teutoonse reus maar al te zelden bij invloedrijke geesten opkomt. Dit is een stad waar het afgeven van sonore proclamaties van “verantwoordelijkheid” en de “lessen van de geschiedenis” vaak wordt verondersteld hetzelfde te zijn als er daadwerkelijk naar handelen. De onverzettelijkheid van Duitsland is een verraad aan beide en verandert de geometrie van Europese macht en samenwerking. In plaats van Europa’s leider te zijn, wordt het de grote wegversperring in het hart van het continent.
Source link